Eendenjagen

Over de eend, de jacht en de jager die jaagt - of toch niet? Voldoet de tenlastelegging in deze zaak aan de vereisten van 261 Sv? Is deze duidelijk genoeg en niet innerlijk tegenstrijdig? En moet een uitdrukkelijk verweer ten aanzien van een begrip in de tenlastelegging dat aan de wet is ontleend (in dit geval 'jagen') gemotiveerd worden verworpen?



Jurisprudentie

Hoge Raad 30 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:ZD1705