Geen billijke vergoeding na langdurige arbeidsongeschiktheid ondanks ernstig verwijtbare handelswijze werkgever
Twee gehuwde apothekers exploiteren een apotheek vanuit hun woonhuis. Nadat de vennootschap waarbij zij in dienst zijn wordt overgedragen onderhandelen zij met die overnemende partij over een beëindiging van het dienstverband. Als na 8 maanden geen overeenstemming wordt bereikt, worden de apothekers op non-actief gesteld. Ook wordt de toegang van de apotheek tot de woning zonder overleg dichtgetimmerd. De apothekers melden zich daarop ziek. Na de wachttijd van twee jaar legt het UWV een loonsanctie op vanwege het niet nakomen van re- integratieverplichtingen door werkgever. Het Hof oordeelt dat werkgever weliswaar ernstig verwijtbaar jegens de apothekers heeft gehandeld, maar dat dit niet in overwegende mate de oorzaak is geweest van de langdurige arbeidsongeschiktheid van werknemers en wijst de vordering tot toekenning van een billijke vergoeding af.
