Hoge Raad 16 februari 2024 Rechtbank Gelderland 7 februari 2024 Hoge Raad 2 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 18 januari 2024 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 28 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:GHARN:2004:AR4557 Gerechtshof Arnhem

ECLI:NL:GHARN:2004:AR4557

Datum: 10-08-2004

Onderwerp: Echtelijke woning en het verrekenbeding

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht

Vindplaats: Extern

Ter beoordeling ligt thans nog enkel voor de vraag voor welk gedeelte de woning aan [adres] ingevolge het tussen partijen overeengekomen verrekeningsbeding (artikel 3 van de akte van huwelijkse voorwaarden) in de verrekening dient te worden betrokken. Het hof te ’s-Hertogenbosch heeft in zijn arrest van14 december 2000, kort gezegd, de slotsom bereikt dat voor verrekening in aanmerking komt de waarde van de woning op 3 december 1993 ad fl 332.500,- verminderd met de resterende hypotheekschuld, die op 31 december 1993 fl 64.807,76 bedroeg, waarbij het hof heeft aangenomen dat die schuld op 3 december 1993 dezelfde hoogte had. Het hof heeft zodoende beslist dat de man de helft van het verschil tussen beide bedragen, ofwel fl 133.846,12, aan de vrouw dient te betalen.(Geding verwezen door de Hoge Raad).

Ga naar uitspraak