Ter beoordeling ligt thans nog enkel voor de vraag voor welk gedeelte de woning aan [adres] ingevolge het tussen partijen overeengekomen verrekeningsbeding (artikel 3 van de akte van huwelijkse voorwaarden) in de verrekening dient te worden betrokken. Het hof te ’s-Hertogenbosch heeft in zijn arrest van14 december 2000, kort gezegd, de slotsom bereikt dat voor verrekening in aanmerking komt de waarde van de woning op 3 december 1993 ad fl 332.500,- verminderd met de resterende hypotheekschuld, die op 31 december 1993 fl 64.807,76 bedroeg, waarbij het hof heeft aangenomen dat die schuld op 3 december 1993 dezelfde hoogte had. Het hof heeft zodoende beslist dat de man de helft van het verschil tussen beide bedragen, ofwel fl 133.846,12, aan de vrouw dient te betalen.
(Geding verwezen door de Hoge Raad).
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Parket bij de Hoge Raad (CLI:NL:PHR:2019:919) Echtelijke woning en het verrekenbeding
- Hoge Raad 19 november 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BN8027) Welke beleggingen
- Gerechtshof 's-Gravenhage 4 maart 2009 (ECLI:NL:GHSGR:2009:BH5657) Echtelijke woning en het verrekenbeding
- Gerechtshof Amsterdam 17 april 2008 (ECLI:NL:GHAMS:2008:BF7178) Echtelijke woning en het verrekenbeding
-
- Gerechtshof Den Haag 24 november 2010 (ECLI:NL:GHSGR:2010:BP4589) Echtelijke woning en het verrekenbeding
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 10 maart 2009 (ECLI:NL:GHSHE:2009:BH5966) Echtelijke woning en het verrekenbeding
- Rechtbank Haarlem (ECLI:NL:RBHAA:2008:BF7504) Echtelijke woning en het verrekenbeding
Aanmelden | Gerechtshof Arnhem
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht