Hoge Raad 28 februari 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU9104

Datum: 28-02-2006

Onderwerp(en): Voorhanden hebben en medeplegen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Bezit kinderporno ex art. 240b.1 Sr en opzet. De in de bewezenverklaarde - op art. 240b.1 Sr toegesneden - tenlastelegging voorkomende woorden “in bezit heeft gehad” zijn aldaar klaarblijkelijk gebezigd in dezelfde betekenis als toekomt aan de daarmee overeenstemmende bewoordingen van genoemde wetsbepaling. In aanmerking genomen dat de in art. 240b Sr strafbaar gestelde gedragingen een misdrijf opleveren, moet worden aangenomen dat het in het bezit hebben van een afbeelding of gegevensdrager als daar bedoeld, slechts strafbaar is indien sprake is van opzet. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het opzet van verdachte - al dan niet in voorwaardelijke vorm - was gericht op het in het bezit hebben van de in de bewezenverklaring bedoelde afbeeldingen. De bestreden uitspraak is in dat opzicht dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

Spreker(s)

mr.-Willemijn-Albers-Doek-01.jpeg
mr. Willemijn Albers

senior juridisch medewerker Gerechtshof Amsterdam

Bekijk profiel

Uitspraken met hetzelfde onderwerp: