Hoge Raad 16 februari 1982

ECLI:NL:HR:1982:AD6952

Datum: 16-02-1982

Onderwerp(en): Annotatie: Hoge Raad 12 april 2022 | Strikte waarborgen in de zin van artikel 8 lid 2, 3 en 5 Wegenverkeerswet 1994 (rijden onder invloed)

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

OM-cassatie. Vrijspraak rijden onder invloed van alcohol, art. 26 WVW. Bloedonderzoek a.b.i. art. 26 WVW, nu te weinig bloed is afgenomen? Hof heeft geoordeeld dat niet is gebleken dat bij onderzoek a.b.i. art. 26.2 WVW wettelijke voorschriften in acht zijn genomen, i.h.b. art. 4.2 Bloedproefbeschikking dat voorschrijft dat (tenminste) hoeveelheid van ongeveer 8 milliliter wordt afgenomen, terwijl dit voorschrift ook geldt jegens verdachte die vrijwillig zijn medewerking heeft verleend aan verrichten van dit onderzoek nadat opsporingsambtenaar om toestemming heeft gevraagd. Wetgever heeft mede in wijziging die processuele positie van verdachte door invoering van art. 33a WVW heeft ondergaan aanleiding gevonden verrichten van onderzoek als hier bedoeld in dier voege te omringen met stelsel van strikte waarborgen, dat van zo’n onderzoek geen sprake kan zijn indien die waarborgen niet zijn nageleefd. Wet noch haar geschiedenis geeft te dien aanzien aanleiding tot onderscheid naar gelang het gaat om 'vrijwillige' dan wel verplichte medewerking aan dit onderzoek. Tot deze waarborgen behoort voorschrift van art. 4.2 Bloedproefbeschikking. Gelet hierop heeft Hof geen blijk gegeven van onjuiste opvatting van eerder genoemde in tll. voorkomende term. HR verklaart PG n-o in beroep.

Spreker(s)

mr.-Willemijn-Albers-Doek-01.jpeg
mr. Willemijn Albers

senior juridisch medewerker Gerechtshof Amsterdam

Bekijk profiel

Uitspraken met hetzelfde onderwerp: