Voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van twee jaar: de rechtbank oordeelt dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag niet onevenredig is aan de aard en de ernst van het plichtsverzuim. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de reputatie van de gemeente als betrouwbare overheidsinstantie door het handelen van appellant ernstige schade kan oplopen, dat appellant met politiek gevoelige onderwerpen bezig is die een grote maatschappelijke impact hebben en dat appellant bekend was dat het college het van groot belang acht dat afstemming met de afdeling Voorlichting plaatsvindt indien informatie aan media wordt verstrekt. Het college heeft bij de keuze voor de op te leggen straf terecht laten meewegen dat appellant, ook na de eerdere waarschuwing, blijft volharden in zijn gedrag en te kennen heeft gegeven niet te willen voldoen aan de opdracht om zich te houden aan de regels voor externe contacten. Herhaling gronden in hoger beroep.

Spreker(s)

Roundel-1.jpg
Paul van der Heijden

bedrijfsvoeringspecialist Politie arbeidszaken

Bekijk profiel

Uitspraken met hetzelfde onderwerp: