Voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van twee jaar: de rechtbank oordeelt dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag niet onevenredig is aan de aard en de ernst van het plichtsverzuim. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de reputatie van de gemeente als betrouwbare overheidsinstantie door het handelen van appellant ernstige schade kan oplopen, dat appellant met politiek gevoelige onderwerpen bezig is die een grote maatschappelijke impact hebben en dat appellant bekend was dat het college het van groot belang acht dat afstemming met de afdeling Voorlichting plaatsvindt indien informatie aan media wordt verstrekt. Het college heeft bij de keuze voor de op te leggen straf terecht laten meewegen dat appellant, ook na de eerdere waarschuwing, blijft volharden in zijn gedrag en te kennen heeft gegeven niet te willen voldoen aan de opdracht om zich te houden aan de regels voor externe contacten. Herhaling gronden in hoger beroep.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Hoge Raad 7 oktober 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1402) Geen ambtshalve toepassing klachtplicht
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 oktober 2017 (Leen Bakker) (ECLI:NL:RBZWB:2017:6239) Executie-en dwangsom -perikelen
-
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:10757) Executie-en dwangsom -perikelen
Aanmelden | Centrale Raad van Beroep 9 maart 2017
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht