Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:915 Centrale Raad van Beroep 6 april 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:915

Datum: 06-04-2021

Onderwerp: Evenredigheid en dwingende wetsbepalingen

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Intrekken en terugvorderen. Aanschaf dure auto’s en camper. Onduidelijkheid over financiering. Beroep op vertrouwensbeginsel stuit af op stap 1. Schending inlichtingenverplichting. Vaststellen van het recht ook al is dit nihil. Vermogen boven de vermogensgrens. Terugvordering niet te toetsen aan evenredigheid. De eerste stap in de beoordeling van het beroep op het vertrouwensbeginsel brengt al mee dat de aangevoerde grond van appellant daarover niet slaagt. Appellant kon niet de gerechtvaardigde verwachting hebben dat het dagelijks bestuur de bijstand over een andere, latere periode niet meer zou intrekken omdat het bestuur een eerder intrekkingsbesluit over een andere periode niet had gehandhaafd. Het eerdere intrekkingsbesluit was gebaseerd op de mededeling van appellant over een ontvangen erfenis waarmee hij voertuigen had gekocht. Bij een latere verklaring is appellant hiervan teruggekomen. waarop het bestuur de bijstand over een andere, latere periode en op grond van een andere feitelijke grondslag heeft ingetrokken. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij niet over de voertuigen kon beschikken. Gelet op de waarde van de voertuigen had het bestuur moeten concluderen dat appellant gelet op de vermogensoverschrijding geen recht op bijstand had. Het bestreden besluit is dan ook niet gebaseerd op een deugdelijke motivering. Dit leidt niet tot een vernietiging van de aangevallen uitspraak omdat de rechtbank het besluit met toepassing van artikel 6:22 van de Awb in stand had kunnen laten. Omdat de PW verplicht tot terugvordering, is het niet mogelijk om een belangenafweging te maken ten aanzien van de terugvordering of om het terugvorderingsbesluit te toetsen aan artikel 3:4, tweede lid, van de Awb.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland