Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2022:636 Centrale Raad van Beroep 12 april 2022

ECLI:NL:CRVB:2022:636

Datum: 12-04-2022

Onderwerp: Toetsingsvolgorde

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl



De gemeente Groningen regelt sinds 1 maart 2018 de vergoeding voor inwoners die de kosten van hun bewindvoerder niet zelf kunnen betalen op een andere manier. Eerder konden inwoners hiervoor bijzondere bijstand aanvragen. Omdat de inwoners sinds 1 maart 2018 kosteloos bewindvoering kunnen krijgen van de Groningse Kredietbank (GKB), verstrekt de gemeente geen of – bij wijze van overgangsmaatregel – alleen nog tijdelijk bijzondere bijstand voor deze kosten.
Om gebruik te kunnen maken van bewindvoering door de GKB is het nodig dat de kantonrechter de GKB tot bewindvoerder benoemt en de bewindvoerder van de betrokken inwoner ontslaat.
Dat is hier niet gebeurd. De reden dat is afgezien van het indienen van een verzoek is dat appellant een vertrouwensband heeft opgebouwd met zijn huidige bewindvoerder. Hij wil bij deze bewindvoerder blijven en niet overstappen naar de GKB. Maar zonder de vergoeding van de gemeente, kan hij zijn bewindvoerder niet meer betalen.
Onder de omstandigheden van appellant is de GKB niet een voorliggende voorziening waarop hij een beroep kan doen. Als de GKB niet is benoemd tot bewindvoerder, kan appellant namelijk geen gebruik maken van de gratis bewindvoering door de GKB. De gemeente mag niet van hem vragen dat hij tegen zijn zin de kantonrechter verzoekt om het ontslag van zijn bewindvoerder en benoeming van de GKB. Dit betekent dat de gemeente de bijzondere bijstand voor appellant niet om die reden mag stopzetten.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland