Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2020:2644 Centrale Raad van Beroep 21 oktober 2020

ECLI:NL:CRVB:2020:2644

Datum: 21-10-2020

Onderwerp: Compensatieplicht

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Ter uitvoering van de opdracht in de tussenuitspraak heeft het college in de aangevallen uitspraak genoemde brief van 3 september 2018 uitgebreide vragen gesteld aan betrokkene. Hiermee heeft het college, in aanvulling op het eerder verrichte huisbezoek en het gesprek met de GGD-arts, voldoende onderzoek verricht naar de concrete ondersteuningsbehoefte van betrokkene. Zowel in de eerder genoemde brief van 18 september 2018 als ook ter zitting bij de Raad is niet concreet gemaakt dat betrokkene de beoogde bestemmingen niet kan bereiken met de ter beschikking staande vervoermiddelen. Van een vervoersbehoefte waarin moet worden voorzien met een duofiets, is daarom niet gebleken. Alhoewel de Raad kan begrijpen dat fietsen met een duofiets een positief effect heeft op de gezondheid van betrokkene en betrokkene meer plezier brengt dan het vervoer per auto, maakt dat niet dat het college gehouden is betrokkene een duofiets te verstrekken. Dit betekent dat het college de aanvraag om een duofiets terecht heeft afgewezen. Het hoger beroep slaagt.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland