ECLI:NL:CRVB:2020:2644
Datum: 21-10-2020
Onderwerp: Compensatieplicht
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Ter uitvoering van de opdracht in de tussenuitspraak heeft het college in de aangevallen uitspraak genoemde brief van 3 september 2018 uitgebreide vragen gesteld aan betrokkene. Hiermee heeft het college, in aanvulling op het eerder verrichte huisbezoek en het gesprek met de GGD-arts, voldoende onderzoek verricht naar de concrete ondersteuningsbehoefte van betrokkene. Zowel in de eerder genoemde brief van 18 september 2018 als ook ter zitting bij de Raad is niet concreet gemaakt dat betrokkene de beoogde bestemmingen niet kan bereiken met de ter beschikking staande vervoermiddelen. Van een vervoersbehoefte waarin moet worden voorzien met een duofiets, is daarom niet gebleken. Alhoewel de Raad kan begrijpen dat fietsen met een duofiets een positief effect heeft op de gezondheid van betrokkene en betrokkene meer plezier brengt dan het vervoer per auto, maakt dat niet dat het college gehouden is betrokkene een duofiets te verstrekken. Dit betekent dat het college de aanvraag om een duofiets terecht heeft afgewezen. Het hoger beroep slaagt.