ECLI:NL:GHAMS:2022:1488
Datum: 17-05-2022
Onderwerp: Jeugdbescherming
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht
Vindplaats: Avdr.nl
Artikel 1:265b BW; machtiging uithuisplaatsing. Het hof is van oordeel dat er te weinig onderzoek is verricht om nu al de verstrekkende beslissing te nemen dat de minderjarige niet meer bij haar moeder teruggeplaatst kan worden. De GI is verantwoordelijk voor de wijze waarop zij uitvoering geeft aan de kinderbeschermingsmaatregel van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. In beginsel dient in dit kader gewerkt te worden aan het versterken van ouders in hun opvoedvaardigheden, zodat zij binnen een voor een kind aanvaardbare termijn zelf de zorg weer op zich kunnen nemen. In het licht van het advies van de raad kan niet nu al de conclusie worden getrokken dat de minderjarige niet meer thuis of in een netwerkpleeggezin geplaatst kan worden. Daarbij komt dat tevens beter onderzocht dient te worden of de moeder met hulp van haar familie in het buitenland een stabiele opvoedsituatie voor de minderjarige kan creëren. Het hof geeft daarom opdracht aan de GI om een boogonderzoek of vergelijkbaar onderzoek te (laten) verrichten naar het perspectief van de minderjarige. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.