Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 9 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 7 februari 2024 Rechtbank Amsterdam 6 februari 2024 Rechtbank Rotterdam 5 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBMNE:2017:1745 Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2017

ECLI:NL:RBMNE:2017:1745

Datum: 29-03-2017

Onderwerp: Wanneer kan sprake zijn van een nadere huurprijsaanpassing

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Ahold heeft het recht om op grond van artikel 7:303 BW een verzoek tot aanpassing van de huurprijs in te dienen. De huurovereenkomst voor het oorspronkelijk gehuurde is immers ingegaan op 2 oktober 2002 voor de duur van tien jaar, vervolgens is deze verlengd met een periode van vijf jaar tot 1 oktober 2017. Door Ahold is niet eerder een vordering tot huurprijsaanpassing ingediend. Het meest verstrekkende verweer van verweerder is dat met het sluiten van de Allonge (“Uitbreiding”) partijen een nieuwe huurprijs voor het “Gehuurde” zijn overeengekomen, zodat huurprijswijziging ex art. 7:303 BW voor het eerst aan de orde is met ingang van 1 januari 2019. Ahold dient niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. De kantonrechter is van oordeel dat partijen gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de Allonge, niet vrij zijn om huurprijsvaststelling te vorderen ex artikel 7:303 BW. Gelet op de ingangsdatum van de Allonge kan dit pas op zijn vroegst per 1 januari 2019. Ahold dient dan ook niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering tot huurprijsvaststelling. Met toepassing van de geformuleerde rechtsregel uit het arrest van de Hoge Raad van 1 februari 2008 ECLI:NL:HR:2008:BB5923 ([achternaam]/[achternaam]).

Ga naar uitspraak
Spreker(s)