ECLI:NL:RVS:2022:245
Datum: 26-01-2022
Onderwerp: Nareis
Overige onderwerpen: Nieuwe lijn nareis en indentificerende docs
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht, Asiel- en vluchtelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. De vreemdeling stelt de Eritrese nationaliteit te hebben. Zij vraagt in het kader van nareis verblijf bij referent, die volgens haar de vader van haar minderjarig kind en haar echtgenoot is. Ter onderbouwing van haar identiteit en de gestelde gezinsband heeft zij een registratiekaart van de Administration for Refugee & Returnee Affairs, een doopakte en een kerkelijke huwelijksakte overgelegd. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen omdat de vreemdeling volgens hem haar identiteit en de gezinsband met referent niet aannemelijk heeft gemaakt. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de overgelegde documenten onvoldoende bewijs vormen, omdat zij op basis van eigen verklaringen zijn opgesteld, handmatig zijn gewijzigd en/of hierop onvoldoende of tegenstrijdige identificerende gegevens van de vreemdeling vermeld staan.