Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 5 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2022:892 Centrale Raad van Beroep 14 april 2022

ECLI:NL:CRVB:2022:892

Datum: 14-04-2022

Onderwerp: GBM

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Tussen partijen is niet in geschil dat de beperkingen van belanghebbende duurzaam zijn. Gelet op de door partijen ingenomen standpunten ligt de vraag voor of belanghebbende op de datum in geding, 29 juni 2019, geen benutbare mogelijkheden had, zodat belanghebbende op grond van artikel 47 van de Wet WIA recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering. De Raad is, anders dan de rechtbank, van mening dat belanghebbende op de datum in geding geen benutbare mogelijkheden had. Uit de gegevens, die inhoudelijk vergelijkbaar zijn met andere medische stukken die zich in het dossier bevinden, blijkt voldoende dat bij belanghebbende op 29 juni 2019 sprake was van disfunctioneren op micro-, meso- en macroniveau. Op grond hiervan moet geconcludeerd worden dat appellant geen benutbare mogelijkheden heeft. Nu partijen het er over eens zijn dat de beperkingen van belanghebbende duurzaam zijn, heeft belanghebbende per 29 juni 2019 recht op een IVA-uitkering. Uit de overwegingen volgt dat het hoger beroep slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden vernietigd. Aanleiding bestaat om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Kerstin Hopman

advocaat Advocatenkantoor Kerstin Hopman