Hoge Raad 5 april 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2022:1010 Centrale Raad van Beroep 21 april 2022

ECLI:NL:CRVB:2022:1010

Datum: 21-04-2022

Onderwerp: Behandelmogelijkheden

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl


In geschil is of het Uwv terecht en op goede gronden de aanvraag van appellant om een IVA-uitkering op grond van de Wet WIA na een verkorte wachttijd heeft afgewezen. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, heeft het Uwv onvoldoende gemotiveerd dat op de datum in geding van 11 januari 2020 nog een mogelijkheid bestond voor verbetering van de belastbaarheid van appellant en van een duurzame arbeidsongeschiktheid daarom niet kan worden gesproken. Uit de overwegingen volgt dat het Uwv onvoldoende heeft onderbouwd dat er op de datum in geding nog geen aanspraak voor appellant bestaat op een IVA-uitkering. Het bestreden besluit is daarom in strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genomen. Het hoger beroep slaagt en de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Het beroep van appellant is gegrond en het bestreden besluit moet worden vernietigd. De Raad ziet voorts aanleiding met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb het besluit van 28 januari 2020 te herroepen en appellant met ingang van 11 januari 2020 een IVA-uitkering toe te kennen. De Raad ziet aanleiding het Uwv veroordelen in de kosten die appellant in verband met bezwaar, beroep en hoger beroep heeft moeten maken.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Kerstin Hopman

advocaat Advocatenkantoor Kerstin Hopman