Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 5 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:3145 Centrale Raad van Beroep 9 december 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:3145

Datum: 09-12-2021

Onderwerp: Betalingsonmacht-hoogtevordering

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Partijen verschillen uitsluitend van mening over het antwoord op de vraag of het Uwv bij de vaststelling van het over te nemen loon op grond van artikel 64 van de WW terecht de door appellant gestelde loonvordering op werkgeefster over maanden november en december 2017 tot een bedrag van € 4.178,06 niet heeft overgenomen. Wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd is een herhaling van wat hij in beroep bij de rechtbank heeft aangevoerd en geeft geen aanleiding om anders te oordelen dan de rechtbank. De gronden die in beroep zijn aangevoerd zijn door de rechtbank in onderdelen 3.6 en 4.2. van de aangevallen uitspraak, zoals verkort weergegeven onder 2 van deze uitspraak, gemotiveerd besproken. Hetgeen appellant heeft aangevoerd geeft geen aanleiding te oordelen dat de aangevallen uitspraak op deze onderdelen onjuist dan wel onvolledig is. Het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde motivering wordt geheel onderschreven, zodat wordt volstaan daarnaar te verwijzen. Daaraan wordt nog het volgende toegevoegd.
Uit de vaststellingsovereenkomst volgt dat deze beoogt de afspraken om te komen tot een beëindiging van het bestaande dienstverband uitputtend te regelen, in verband waarmee partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen. De rechtbank heeft daarom terecht het standpunt van het Uwv onderschreven dat hierin ligt besloten dat de eerdere eindafrekening is komen te vervallen, en dat de in het kader van de eindafrekening reeds uitbetaalde bedragen aan niet genoten vakantiedagen op grond van de vaststellingsovereenkomst door de werkgever terecht zijn verrekend met het nog te betalen loon over de maanden november en december 2017. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Kerstin Hopman

advocaat Advocatenkantoor Kerstin Hopman