Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2008:BC7938 Hoge Raad 16 september 2008

ECLI:NL:HR:2008:BC7938

Datum: 16-09-2008

Onderwerp: Noodtoestand HR 15 oktober 1923, NJ 1923, p. 1329: het Opticiën -arrest (klassieker) ECLI:NL:HR:2008:BC7923 en ECLI:NL:HR:2008:BC7938: Hennepteelt voor medicinaal eigen gebruik.Zie ook ECLI:NL:RBAMS:2016:529, ECLI:NL:RBAMS:2016:4407 en ECLI:NL:RBAMS:

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



OM-cassatie. Geneeskundige toepassing van cannabis. Art. 3 Opw. Beroep op noodtoestand door echtgenote van MS-patient en bijzondere wettelijke regeling voor de afweging van aan de naleving van de wet verbonden nadelen.
- Vooropgesteld wordt a) Uitzonderlijke omstandigheden kunnen in een individueel geval meebrengen dat door de wetgever strafbaar gestelde gedragingen zoals de in art. 3 Opw genoemde handelingen, niettemin gerechtvaardigd kunnen worden geacht, o.m. indien moet worden aangenomen dat daarbij is gehandeld in noodtoestand, d.w.z. – i.h.a. gesproken - dat de pleger van het feit, staande voor de noodzaak te kiezen uit onderling strijdige plichten en belangen, de zwaarstwegende heeft laten prevaleren. b) In een geval als i.c. waarin de wetgever een bijz. regeling heeft getroffen voor de afweging van de aan de naleving van de wet verbonden nadelen – i.c. de vorm van de mogelijke verlening van een ontheffing i.v.m. een geneeskundige toepassing van cannabis - is een beroep op noodtoestand niet zonder meer uitgesloten, maar een dergelijk beroep zal slechts bij hoge uitzondering kunnen worden aanvaard. Gelet daarop is opvatting dat de omstandigheid dat de wetgever slechts in een zeer beperkte mogelijkheid van ontheffing voor de teelt van medicinale cannabis heeft voorzien, meebrengt dat niet met vrucht een beroep op overmacht i.d.z.v. noodtoestand kan worden gedaan als verdachte over zodanige ontheffing niet beschikt en deze ontheffing niet kan verkrijgen, - in haar algemeenheid - onjuist.
- De klacht dat het Hof heeft miskend dat eerst onder "zeer bijzondere omstandigheden" met vrucht een beroep op noodtoestand kan worden gedaan, omdat de wetgever met de bedoelde ontheffingsregeling in beginsel een keuze heeft gemaakt in het mogelijke conflict tussen het maatschappelijk belang van handhaving van het wettelijk verbod op het telen van cannabis en het belang van (MS-)patiënten bij medicinaal gebruik van cannabis, faalt. Het Hof heeft die keuze van de wetgever tot uitgangspunt genomen en vervolgens onderzocht of zich in het concrete geval desalniettemin "bijzondere omstandigheden" hebben voorgedaan die kunnen rechtvaardigen dat verdachte in het conflict van plichten en belangen een in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigde keuze heeft gemaakt. Aldus is voldaan aan het vooropgestelde.
- De klacht dat het Hof heeft miskend dat eerst dan met vrucht een beroep op noodtoestand kan worden gedaan indien en nadat verdachte een ontheffing heeft aangevraagd omdat dan pas kan blijken of hij die zou kunnen krijgen, faalt reeds omdat 's Hofs vaststelling dat verdachte onder de huidige omstandigheden en wetgeving geen ontheffing kan krijgen, berust op een niet onbegrijpelijke uitleg van de gedingstukken.
- Het Hof heeft onderzoek verricht naar de werking van verschillende soorten cannabis op MS-patienten. Het daarop gebaseerde oordeel dat voor verdachte en haar echtgenoot geen redelijk alternatief bestond is voldoende gemotiveerd. Opmerking verdient dat niet blijkt dat het OM het standpunt van de verdediging dat de echtgenoot van verdachte de bij de apotheek verkrijgbare variëteiten cannabis tevergeefs heeft beproefd, in feitelijke aanleg heeft weersproken en dat het OM niet heeft aangevoerd dat naast de bij de apotheek verkrijgbare variëteiten, verstrekking op doktersrecept van een ander, op verdachte toegesneden variëteit mogelijk is.
- De klacht dat niet ervan mag worden uitgegaan dat verdachte als medepleger in enig rechtens te respecteren belang is getroffen dat in conflict zou kunnen komen met het maatschappelijk belang bij handhaving van het verbod tot telen van cannabis, omdat verdachte niet zelf, doch haar echtgenoot, MS-patient is, faalt. Het berust op de onjuiste opvatting dat het belang van het bestrijden van spacticiteit en de pijn waaraan de echtgenoot van verdachte als MS-patient lijdende is, geen belang is dat mag worden betrokken bij de beoordeling van het beroep op noodtoestand door verdachte die als echtgenote in nauwe samenwerking met haar man de tll. feiten heeft gepleegd ter verzachting van zijn lijden.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht