Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBAMS:2016:529 Rechtbank Amsterdam 10 februari 2016

ECLI:NL:RBAMS:2016:529

Datum: 10-02-2016

Onderwerp: Noodtoestand HR 15 oktober 1923, NJ 1923, p. 1329: het Opticiën -arrest (klassieker) ECLI:NL:HR:2008:BC7923 en ECLI:NL:HR:2008:BC7938: Hennepteelt voor medicinaal eigen gebruik.Zie ook ECLI:NL:RBAMS:2016:529, ECLI:NL:RBAMS:2016:4407 en ECLI:NL:RBAMS:

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Geneeskundige toepassing van cannabis. Art. 3 Opiumwet. Beroep op noodtoestand door HIV-geïnfecteerde patiënt. In dit geval is sprake van uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in het arrest, HR 16-09-2008 ECLI:NL:HR:2008:BC7938. Ook voor zowel zelf telen als voorhanden hebben cannabis.
Verdachte heeft in 1992 tijdens zijn werk als verpleegkundige bij een prikincident een HIV-infectie opgelopen. De inname van de HIV-medicijnen leidt tot misselijkheid en braken, wat alleen met bepaalde soorten cannabis kan worden beperkt. Na legalisering van medicinale cannabis is de teelt gegund aan de firma Bedrocan, maar de door deze firma geleverde (6) variëteiten zijn voor verdachte niet werkzaam. Verdachte heeft 5 gram per dag nodig en ziet zich genoodzaakt zelf een specifieke soort cannabis te telen die wel afdoende werkt. Gelet op de door verdachte aangedragen medische stukken is de rechtbank van oordeel dat hij voldoende heeft aangetoond dat er een medische noodzaak bestaat voor het gebruik van medicinale cannabis. Verder heeft verdachte met stukken voldoende aangetoond dat er geen redelijk legaal alternatief is om aan de benodigde cannabis te komen. Verdachte ziet zich gesteld voor een conflict van belangen: naleving van de wet enerzijds en anderzijds het voorkomen van een levensbedreigende situatie, veroorzaakt door het niet kunnen binnenhouden van medicijnen als gevolg van misselijkheid en braken. Met verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad uit 2008 is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een situatie waarin verdachte in redelijkheid de keuze heeft kunnen maken om zelf de door hem benodigde cannabissoort te kweken. Er is mitsdien sprake van een uitzonderlijke situatie waarin het beroep op overmacht-noodtoestand als bedoeld in artikel 40 Wetboek van Strafrecht slaagt. Verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging omdat de feiten in dit geval niet strafbaar zijn.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht