Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2022:67 Hoge Raad 25 januari 2022

ECLI:NL:HR:2022:67

Datum: 25-01-2022

Onderwerp: Voordeelsontneming

Overige onderwerpen: ECLI:NL:HR:2022:67

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Profijtontneming coffeeshop Checkpoint, w.v.v. uit verkoop hennep. OM-cassatie. Toepassing van matigingsbevoegdheid, vrijheid ontnemingsrechter. Kon hof de aan betrokkene op te leggen betalingsverplichting matigen tot 50% van geschatte omvang w.v.v.? Ex vierde volzin van art. 36e.5 Sr “kan” rechter de betalingsverplichting van betrokkene lager vaststellen dan het geschatte voordeel. Deze bevoegdheid van rechter om de betalingsverplichting te matigen is niet beperkt tot specifieke gevallen. Ook o.g.v. andere omstandigheden dan die verband houden met de draagkracht van betrokkene, kan rechter het te betalen bedrag lager vaststellen dan het geschatte voordeel (vgl. HR:2014:860 en HR:2021:376). Het is aan rechter die over de feiten oordeelt, voorbehouden om te beslissen welke omstandigheden van belang zijn te achten voor de beslissing of de betalingsverplichting wordt gematigd en, zo ja, met welk bedrag die matiging plaatsvindt. Hof heeft bij zijn beslissing de aan betrokkene op te leggen betalingsverplichting 50% lager vast te stellen dan het bedrag van het geschatte voordeel, enerzijds rekening gehouden met de omstandigheden waaronder w.v.v. is verkregen, de rol die de overheid in dat verband heeft vervuld, en de mate waarin de overheid t.g.v. de exploitatie van de coffeeshop inkomsten heeft genoten, terwijl hof anderzijds het maatschappelijk niet aanvaardbaar acht dat een wetsovertreder al het door hem met strafbare feiten verdiende geld mag behouden. V.zv. middel klaagt dat de door hof daartoe in aanmerking genomen omstandigheden niet kunnen leiden tot matiging van de betalingsverplichting, faalt het gelet op wat is vooropgesteld over de vrijheid van ontnemingsrechter. Beslissing hof de aan betrokkene op te leggen betalingsverplichting 50% lager vast te stellen dan het bedrag van het geschatte voordeel is daarnaast niet onbegrijpelijk.
Volgt verwerping. CAG: anders. Samenhang met 20/03021 P. Vervolg op HR:2016:742 en HR:2013:7 (strafzaken).

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht

mr. Ad Machielse

oud advocaat generaal Hoge Raad emeritus hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen