Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1496 Hoge Raad 2 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:1496

Datum: 02-11-2021

Onderwerp: Smartengeld

Overige onderwerpen: Vordering bp ; immateriële schade

Rechtsgebiedenregister: Letselschaderecht, Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Eendaadse samenloop van verkrachting (art. 242 Sr) en mishandeling (art. 300.1 Sr). Vordering benadeelde partij t.z.v. immateriële schade. Is sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ a.b.i. art. 6:106.b BW? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2019:793 en HR:2019:376 m.b.t. aantasting in persoon ‘op andere wijze’. Hof heeft geoordeeld dat aard en ernst van bewezenverklaarde verkrachting meebrengen dat nadelige gevolgen voor b.p. zozeer voor de hand liggen, dat van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ sprake is. Dit oordeel getuigt in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen niet van onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Gerlof Meijer

senior rechter Rechtbank Overijssel auteur, docent en theatermaker

prof. mr. Fokko Oldenhuis

universitair hoofddocent Rijksuniversiteit Groningen de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht Rijksuniversiteit Groningen, tevens bijzonder hoogleraar Religie en Recht