Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Rechtbank Limburg 14 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 6 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBROT:2021:12432 Rechtbank Rotterdam 16 december 2021

ECLI:NL:RBROT:2021:12432

Datum: 16-12-2021

Onderwerp: Huishoudelijke hulp

Overige onderwerpen: Referte - eisen

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Regeling dienstverlening aan huis in strijd met discriminatieverbod.

Op grond van de Regeling dienstverlening aan huis, opgenomen in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c, van de Werkloosheidswet, is de persoonlijke dienstverlener, zoals een huishoudelijke hulp of zorghulp, die minder dan vier dagen per week diensten verleent aan een particulier uitgesloten van het recht op een werkloosheidsuitkering. Zonder deze uitzonderingsbepaling zou daarop wel aanspraak kunnen bestaan. De wetgever heeft een uitzondering voor deze groep gemaakt om het voor particulieren aantrekkelijker te maken deze vorm van hulp in te huren en om te voorkomen dat deze vormen van hulp zwart worden betaald.

De rechtbank heeft vastgesteld dat deze uitzonderingsbepaling veel meer vrouwen dan mannen treft en dat daarom sprake is van indirecte discriminatie. Op zich is indirecte discriminatie niet verboden, maar dan moeten daar wel gerechtvaardigde gronden voor bestaan. In deze zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat daar in het geval van eiseres, die behoort tot een groep van hulpen die worden betaald uit een persoonsgebonden budget (pgb), geen sprake van is. De commissie Kalsbeek heeft hier namelijk in 2014 uitgebreid onderzoek naar gedaan en onder meer geconcludeerd dat door de uitzonderingsbepaling de werkgelegenheid voor persoonlijke dienstverleners die worden betaald uit een pgb niet wordt bevorderd en dat een mogelijke vlucht naar de illegaliteit niet aan de orde is.

Op grond van deze conclusies van de commissie Kalsbeek heeft de rechtbank geoordeeld dat voor de indirecte discriminatie van persoonlijke dienstverleners die worden betaald uit een pgb geen gerechtvaardigde gronden bestaan. De uitzonderingsbepaling is dus in het geval van eiseres in strijd met het Europeesrechtelijk discriminatieverbod en moet daarom in haar geval buiten toepassing blijven. In het ene geval leidt dit ertoe dat werkzaamheden dienen te worden opgenomen in het arbeidsverleden van eiseres. In het andere geval heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres alsnog geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering omdat zij niet voldoet aan de eis dat zij in de 36 weken voorafgaand aan haar werkloosheid minstens 26 weken moet hebben gewerkt.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

prof. mr. Gerrard Boot

raadsheer Gerechtshof Amsterdam hoogleraar arbeidsrecht Universiteit Leiden

mr. Marije Schneider

docent Universiteit Leiden raadsheer-plv. Centrale Raad van Beroep en vice-voorzitter Ontslagcommissie Gemeenten