Raad van State 20 maart 2024 Raad van State 20 maart 2024 Raad van State 13 maart 2024 Raad van State 13 maart 2024 Raad van State 28 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBLIM:2021:5823 Rechtbank Limburg 20 juli 2021

ECLI:NL:RBLIM:2021:5823

Datum: 20-07-2021

Onderwerp: Besluit

Rechtsgebiedenregister: Bestuursrecht

Vindplaats: Extern

Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belang meer heeft bij een beoordeling van haar bezwaar. Daarbij heeft verweerder aangesloten bij een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 30 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2337). In de uitspraak van de Afdeling waar verweerder naar verwijst is overwogen dat, doordat toewijzing van de vergunning aan de andere partij in rechte onaantastbaar is geworden, de eisende partij in de procedure tegen de afwijzing geen procesbelang meer heeft (omdat het maximum aantal vergunningen daardoor bereikt is).De voorzieningenrechter is van oordeel dat in bezwaar en beroep niet bij die uitspraak van de Afdeling kon respectievelijk kan worden aangesloten. Ten tijde van de bezwaarfase en ook nu in beroep is echter nog geen sprake van een in rechte onaantastbare vergunning van de derde-partij. Tegen de beslissing op bezwaar van 30 april 2021 was immers nog beroep bij de rechtbank mogelijk en tegen de uitspraak van heden in de zaak ROE 21/1557 staat nog hoger beroep open. Dat betekent ook dat, anders dan in de zaak waarover de Afdeling als hoogste rechter oordeelde, niet uitgesloten is dat de verleende vergunning zal of moet worden herroepen. Dat betekent dat in bezwaar en beroep niet bij die uitspraak van de Afdeling kon respectievelijk kan worden aangesloten. Nu het bezwaar ten onrechte door verweerder niet-ontvankelijk is verklaard, is het beroep gegrond en moet het bestreden besluit worden vernietigd. Zelf in de zaak voorzien door de voorzieningenrechter.

Ga naar uitspraak