Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:GHAMS:2011:BP6664 Gerechtshof Amsterdam 3 maart 2011

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP6664

Datum: 03-03-2011

Onderwerp: Gerechtshof Amsterdam 3 - 3 - 2011ECLI:NL:GHAMS:2011:BP6664

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Dubbele moord op echtgenoot en dochter.
Bewijs voor moord.
Toerekeningsvatbaarheid: mogelijke rol en bijdrage van antidepressivum paroxetine.
Deskundigen verschillen van mening over vraag naar toerekeningsvatbaarheid.


Hof komt tot de slotsom dat de argumentatie en verantwoording van de deskundige (psychiater), die tot volledige ontoerekeningsvatbaarheid adviseert, alsmede de opgetreden wijzigingen daarin, aan transparantie te wensen overlaten. De conclusies waarin de deskundige diens onderzoek laat uitmonden, acht het hof op die grond evenmin geheel navolgbaar.


Psycholoog adviseert het hof de verdachte ten minste sterk verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Deze deskundige houdt er rekening mee dat de verdachte eventueel zelfs volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht. Mogelijk als gevolg van gebruik van paroxetine.
Naar het oordeel van het hof kan de deskundige gelet op de, door haar zelf weergegeven beperking in haar kennis, niet verder gevolgd worden dan in haar advies om de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten.


Het hof kent betekenis toe aan de omstandigheid dat genoemde psycholoog heeft geadviseerd tot sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid en dat de rapporteurs van het Pieter Baan Centrum een marge hebben omschreven waarbinnen zij niet met zekerheid nadere uitspraken kunnen doen. Deze marge houdt in dat, hoewel een wetenschappelijke onderbouwing niet kan worden verantwoord, niet uitgesloten mag worden dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is geweest.

Gelet op de inhoud van bovengenoemde rapportages, in onderling verband en samenhang beschouwd, komt het hof tot de slotsom dat met het oog op de straftoemeting er uit behoedzaamheid van dient te worden uitgegaan dat de verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.

Gevangenisstraf van zeven jaren.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Job Knoester

advocaat Knoester Van der Hut & Alberts Advocaten