Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Hoge Raad 29 september 2023 Gerechtshof Amsterdam 26 september 2023 Rechtbank Gelderland 6 september 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBROT:2020:5682 Rechtbank Rotterdam 25 juni 2020

ECLI:NL:RBROT:2020:5682

Datum: 25-06-2020

Onderwerp: Gevolgen niet - naleving

Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Besluit tot opleggen van een last onder dwangsom (sanctiebesluit). Verplichting om e-mailadres te verstrekken of voldoet de LiveChat van eiseres (ook) aan de wettelijke vereisten? Voor wat betreft de precontractuele fase kan uit artikel 5 van de Richtlijn Elektronische handel (REH) geen verplichting voortvloeien om een e-mailadres als communicatiemiddel voor consumenten ter beschikking te stellen, omdat een dergelijke verplichting - gelet op de uitleg die aan artikel 6, eerste lid, onder c, van de Richtlijn 2011/83/EU (Consumentenrechtenrichtlijn) is gegeven in het arrest Amazon - strijdig is met de Consumentenrechtenrichtlijn, waardoor die Consumentenrechtenrichtlijn voorrang heeft (artikel 6, achtste lid, tweede alinea, van de Consumentenrechtenrichtlijn). Dit betekent dat het bestreden besluit voor zover daarbij op grond van artikel 5, eerste lid aanhef en onder c, van de REH en artikel 3:15d, eerste lid onder b, van het BW ook voor de precontractuele fase het verstrekken van een e-mailadres verplicht wordt gesteld, alleen daarom al geen stand kan houden. Nu de telefoon als communicatiemiddel in elk geval voldoet aan artikel 6, eerste lid, onder c, van de Consumentenrechtenrichtlijn, voldoet de door eiseres op haar website beschikbaar gestelde LiveChat daar, mede gelet op wat hierna over de functionaliteiten daarvan wordt overwogen, naar het oordeel van de rechtbank ook aan. Niet precontractuele fase. Naar het oordeel van de rechtbank geeft ook een LiveChat toegang tot elektronische communicatie en is het in die zin als een elektronisch postadres aan te merken. Dat laat echter onverlet dat ook een LiveChat vervolgens wel moet voldoen aan de eis dat het “een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met de dienstverlener mogelijk maakt. De rechtbank is van oordeel dat de LiveChat met de functionaliteiten zoals hier aan de orde, voldoet aan deze eis. Nu artikel 3:15d, eerste lid, onder b, van het BW niet vereist dat permanent op een gemakkelijke wijze communicatie met de dienstverlener mogelijk moet zijn, voldoet eiseres met haar LiveChat naar het oordeel van de rechtbank ruimschoots aan de eis dat haar elektronische postadres gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk is. Het beroep van eiseres tegen het sanctiebesluit is gegrond en dat besluit wordt vernietigd. Hiermee is de verplichting tot openbaarmaking vervallen, zodat ook het besluit tot openbaarmaking van het sanctiebesluit wordt vernietigd.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

dr. Christoph Jeloschek

advocaat en partner Kennedy van der Laan