Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Hoge Raad 31 oktober 2023 Hoge Raad 29 september 2023 Gerechtshof Amsterdam 26 september 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBOBR:2022:349 Rechtbank Oost-Brabant 7 februari 2022

ECLI:NL:RBOBR:2022:349

Datum: 07-02-2022

Onderwerp: Art. 6:169 Bw.

Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Letselschaderecht

Vindplaats: Avdr.nl

Letselschade. Deelgeschil. Aansprakelijkheid wegbeheerder voor gebrekkige opstal. Benadeelde rijdt met een snorfiets zonder te stoppen vanaf de uitrit van een aangrenzend erf de openbare weg op. Langs de uitrit staat een hoge haag die volgens benadeelde het zicht op de openbare weg benam. Benadeelde wordt aangereden door een auto die op de weg reed. Vast staat dat benadeelde geen voorrang heeft verleend. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een gebrekkige opstal. De haag maakt geen deel uit van de openbare weg. Evenmin is er sprake van een gebrekkige opstal omdat de weginrichting gebrekkig zou zijn vanwege het ontbreken van waarschuwingsborden of spiegels. Vanwege de situatie ter plaatse – er was voldoende zicht – geen noodzaak voor het plaatsen van waarschuwingsborden of spiegel. De gemeente heeft ook geen zorgplicht geschonden door de haag niet te snoeien. De haag is niet door de gemeente geplaatst, de gemeente was niet van het bestaan van de haag op de hoogte en hoefde dat ook niet te zijn. Geen algemene plicht voor de gemeente om een haag die door een ander op haar grond is geplant te snoeien of ervoor te zorgen dat er vanaf een aangrenzend erf vrij en onbelemmerd zicht is op de openbare weg. De bestuurder van de auto is niet aansprakelijk wegens overtreding van artikel 19 RVV. In de gegeven omstandigheden hoefde de bestuurder van de auto geen rekening te houden met het verkeersgedrag van benadeelde.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

prof. mr. Fokko Oldenhuis

universitair hoofddocent Rijksuniversiteit Groningen de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht Rijksuniversiteit Groningen, tevens bijzonder hoogleraar Religie en Recht