ECLI:NL:RBMNE:2021:6183
Datum: 22-12-2021
Onderwerp: KVK
Vindplaats: Avdr.nl
Kan de KVK zich jegens gebruikers van het handelsregister beroepen op een haar toekomend databankenrecht? Nee. Voor het ontstaan van een databankenrecht moet sprake zijn van voldoende substantiële investering in kwalitatieve of kwantitatieve zin, in de verkrijging, controle of presentatie van de inhoud van de databank. De eerste vraag is of daarvan in dit geval sprake is. De aanleg en het beheer van het handelsregister zijn de hoofdactiviteit van de KVK. Het handelsregister is als databank daarom geen bijproduct (spin-off). Gelet op de inspanningen en kosten die zien op het verzamelen en controleren van de gegevens en het ordenen, actualiseren en ontsluiten daarvan, neemt de rechtbank aan dat de KVK in kwantitatief opzicht voldoende substantieel investeert in het handelsregister. De volgende vraag is of de KVK is aan te merken als producent in de zin van de Databankenwet. De ratio van databankrechtelijke bescherming is om degene die substantieel investeert in de inhoud van een databank en het risico van die investering draagt met een databankenrecht de zekerheid te geven dat hij daarvoor wordt vergoed, om zo te stimuleren dat die investering wordt gedaan. Die situatie doet zich hier niet voor. De KVK (1) draagt immers niet het financiële risico van de investeringen in het handelsregister, omdat wettelijk is geregeld dat de (goedgekeurde begrote) kosten van de KVK die niet uit haar inkomsten kunnen worden voldaan, worden gedekt door de Rijksoverheid en (2) behoeft geen stimulans om de investeringen te doen, omdat zij die stimulans al heeft vanwege de aan haar opgedragen wettelijke taak (ofwel: een economische rechtvaardigingsgrond ontbreekt bij de KVK). De KVK is daarom niet aan te merken als producent in de zin van de Databankenwet, zodat haar geen databankrechtelijke bescherming toekomt op het handelsregister. Zie ook het kort gedingvonnis in deze kwestie: ECLI:NL:RBMNE:2021:2366.