ECLI:NL:HR:2015:3076
Datum: 13-10-2015
Onderwerp: Aanwezigheid geheimhoudersstukken
Overige onderwerpen: Aanwezigheid geheimhoudersstukken
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Beslag, verschoningsrecht, versnelde beklagprocedure. Art. 98, 552a.7 en 552d.3 Sv.
De HR doet uitspraak over de te volgen procesgang in het geval een beslagene, niet zijnde de verschoningsgerechtigde, in een beklagprocedure aanvoert dat zich bij de onder hem in beslaggenomen bescheiden, brieven of andere stukken bevinden ten aanzien waarvan een geheimhouder de bevoegdheid tot verschoning kan uitoefenen.
I.c. is door klager, de beslagene, aangevoerd dat het verschoningsrecht van X is geschonden. Namens X is gelijktijdig met het klaagschrift van klager bij de Rb een klaagschrift ingediend, dat eveneens strekt tot opheffing van het beslag op de onder klager inbeslaggenomen stukken en waartoe is aangevoerd dat deze stukken onder het (afgeleide) verschoningsrecht van X vallen. Nu in de beklagzaak van X nog niet onherroepelijk is beslist, heeft klager zijn belang bij zijn klaagschrift niet verloren en is klager ontvankelijk in het cassatieberoep. Cassatieberoep gegrond, de Rb heeft haar oordeel dat de geschriften waarop het klaagschrift betrekking heeft voorwerp uitmaken van een strafbaar feit of tot het begaan daarvan hebben gediend ontoereikend gemotiveerd.