Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2015:3076 Hoge Raad 13 oktober 2015

ECLI:NL:HR:2015:3076

Datum: 13-10-2015

Onderwerp: Aanwezigheid geheimhoudersstukken

Overige onderwerpen: Aanwezigheid geheimhoudersstukken

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Beslag, verschoningsrecht, versnelde beklagprocedure. Art. 98, 552a.7 en 552d.3 Sv.
De HR doet uitspraak over de te volgen procesgang in het geval een beslagene, niet zijnde de verschoningsgerechtigde, in een beklagprocedure aanvoert dat zich bij de onder hem in beslaggenomen bescheiden, brieven of andere stukken bevinden ten aanzien waarvan een geheimhouder de bevoegdheid tot verschoning kan uitoefenen.
I.c. is door klager, de beslagene, aangevoerd dat het verschoningsrecht van X is geschonden. Namens X is gelijktijdig met het klaagschrift van klager bij de Rb een klaagschrift ingediend, dat eveneens strekt tot opheffing van het beslag op de onder klager inbeslaggenomen stukken en waartoe is aangevoerd dat deze stukken onder het (afgeleide) verschoningsrecht van X vallen. Nu in de beklagzaak van X nog niet onherroepelijk is beslist, heeft klager zijn belang bij zijn klaagschrift niet verloren en is klager ontvankelijk in het cassatieberoep. Cassatieberoep gegrond, de Rb heeft haar oordeel dat de geschriften waarop het klaagschrift betrekking heeft voorwerp uitmaken van een strafbaar feit of tot het begaan daarvan hebben gediend ontoereikend gemotiveerd.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)