1) Beoordeling. De drie beoordelingsformulieren bieden een toereikende grondslag voor de conclusie dat het functioneren van appellante is tekortgeschoten op de drie genoemde verbeterpunten, te weten daltondidactiek, bijbehorend klassenmanagement en een evenwichtige professionele uitstraling in de omgang met collega’s. 2) Weigering vaste aanstelling te verlenen. Terughoudende toetsing van een besluit tot het niet voortzetten van een tijdelijk dienstverband na afloop van de proeftijd. Niet gezegd kan worden dat appellante onvoldoende tijd heeft gehad om de gewenste verbeteringen tot stand te brengen. De school heeft weinig actie ondernomen op het gebied van scholing over daltondidactiek, ook al heeft appellante de wens tot het volgen van een cursus op dat gebied geuit. Dat enkele feit betekent echter niet dat het niet verlengen van de proeftijdaanstelling onhoudbaar is te achten.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Blijfambtenaren
- Centrale Raad van Beroep 19 januari 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:193)
- Centrale Raad van Beroep 5 februari 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:303)