Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2018:3139 Centrale Raad van Beroep 10 oktober 2018

ECLI:NL:CRVB:2018:3139

Datum: 10-10-2018

Onderwerp: Algemene voorziening

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern

Ten onrechte maatwerkvoorziening geweigerd. Voldoende staat vast (ook achteraf bezien) dat betrokkene vanaf 1 januari 2015 vanwege haar beperkingen voor haar zelfredzaamheid was aangewezen op een voorziening in de vorm van drie uur per week huishoudelijke hulp. Verder is gebleken dat het college geen algemene voorziening in de zin van de Wmo 2015 in het leven heeft geroepen, zodat hij betrokkene daar niet naar kan verwijzen. Dit betekent dat alleen een maatwerkvoorziening een passende bijdrage kon leveren aan het realiseren van een situatie waarin betrokkene in staat werd gesteld tot zelfredzaamheid en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kon blijven. Er bestaat daarom aanleiding te bepalen dat de huishoudelijke hulp 1 voor drie uur per week vanaf 1 januari 2015 moet worden gecontinueerd tot 26 juli 2017, zijnde de datum waarop de eerdere toekenning zou aflopen.

Ga naar uitspraak