ECLI:NL:CRVB:2019:129
Datum: 11-01-2019
Onderwerp: Jurisprudentie overzicht
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Benadelingshandeling. Zoals ook ter zitting is gebleken, heeft appellant het aanwenden van rechtsmiddelen tegen zijn ontslag en het instellen van een loonvordering tegen zijn werkgeefster afhankelijk gesteld van de strafzaak. Na de vrijspraak, in augustus 2014, heeft het echter nog tot februari 2015 geduurd alvorens hij de werkgeefster dagvaardde. Dat hij instemde met de vaststellingsovereenkomst, heeft appellant, zoals hij diverse malen heeft gesteld, gedaan op advies van zijn toenmalige advocaat. Door aldus te handelen heeft appellant loonaanspraken prijsgegeven en niet alle juridische mogelijkheden benut. Appellant heeft daarbij bewust gehandeld. Daarom geen sprake dat de gedraging appellant niet in overwegende mate kan worden verweten of dat die verwijtbaarheid geheel ontbreekt.