ECLI:NL:CRVB:2021:1124
Datum: 11-05-2021
Onderwerp: Definitie ER
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht
Vindplaats: Extern
Het Uwv heeft als grond in hoger beroep aangevoerd dat uit de Wet WIA volgt dat hij bevoegd is om te verhalen op betrokkene. Betrokkene heeft - samengevat - bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit. Het Uwv heeft het bestreden besluit doen steunen op artikel 84, derde lid, van de Wet WIA. Aan betrokkene is de in artikel 1 van de Wet WIA bedoelde toestemming niet verleend. Naar de letter van de wet is betrokkene dan ook geen eigenrisicodrager en kan het Uwv aan artikel 84, derde lid, van de Wet WIA niet de bevoegdheid tot verhaal ontlenen. Een uitdrukkelijke bevoegdheid om in een situatie als hier aan de orde te verhalen op een omslaglid als betrokkene is evenmin in de Wet WIA opgenomen. Een grammaticale wetsuitleg leidt niet tot het door het Uwv beoogde gevolg. Voor een ruimere uitleg van het begrip eigenrisicodrager biedt de Wet WIA geen grondslag. De in de wet opgenomen definitie van het begrip eigenrisicodrager is sluitend en niet voor meerdere uitleg vatbaar. Uit het vorenstaande volgt dat de Raad niet de opvatting van het Uwv deelt dat op basis van interpretatie de wet voldoende grondslag biedt om een belastend besluit als in geding op te baseren. De Raad deelt het oordeel van de rechtbank ter zake. Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat het hoger beroep van het Uwv niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Gelet op deze uitkomst en de motivering daarvoor behoeft het hoger beroep van betrokkene geen aparte bespreking. is aanleiding om van het Uwv een griffierecht te heffen van € 541,- en om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van betrokkene voor verleende juridische bijstand.