Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:2097 Centrale Raad van Beroep 12 augustus 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:2097

Datum: 12-08-2021

Onderwerp: Svz wetgeving en beleid

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern

Niet in geschil is dat appellante bij toepassing van de artikelen 17 en 17a, eerste lid, aanhef en onder d, van de WW niet voldoet aan de wekeneis om per 10 december 2018 in aanmerking te komen voor een WW-uitkering. De stelling van appellante dat de wekeneis, ook na voorverlenging op de voet van artikel 17a, eerste lid, aanhef en onder d, van de WW, directe discriminatie naar geslacht oplevert omdat alleen bij vrouwen zich de situatie kan voordoen dat zij in de 36 weken voorafgaand aan het intreden van de werkloosheid geen werkzaamheden verrichten in verband met zwangerschap en bevalling en om die reden niet kunnen voldoen aan de wekeneis van artikel 17 van de WW, slaagt niet. De Raad heeft dat al eerder overwogen in zijn uitspraak van 25 april 2003, ECLI:NL:CRVB:2003:AF9315. In dat wat appellante heeft aangevoerd ziet de Raad geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Er bestaat ook geen reden om aan te nemen dat sprake is van indirecte discriminatie naar geslacht. Het hoger beroep slaagt niet en de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

Ga naar uitspraak