ECLI:NL:CRVB:2010:BN1274
Datum: 14-07-2010
Onderwerp: Discriminatie
Overige onderwerpen: Koppelingsbeginsel
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Vreemdelingenrecht, Asiel- en vluchtelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Weigeren en intrekking bijstand. Nu de kinderen van appellante in juli 2006 niet rechtmatig in Nederland verbleven als bedoeld in de uitspraak van de Raad van 24 januari 2006, kan de weigering van bijstand ook ten aanzien van de kinderen in rechte stand houden. De Raad merkt op dat artikel 27 van het IVRK niet een bepaling vormt die naar haar inhoud eenieder kan verbinden als bedoeld in de artikelen 93 en 94 van de Grondwet. De Raad merkt op dat hij het - namens appellante niet aangevochten - oordeel van de rechtbank onderschrijft, dat ten aanzien van het verstrekken van een financiële toelage aan minderjarige kinderen die rechtmatig hier te lande verblijven, vanaf 1 januari 2007 sprake is van een voorliggende voorziening in de Regeling. Van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de beëindiging van de bijstand in het onderhavige geval wél een 'individual and excessive burden' oplevert is de Raad niet gebleken.