Loonsanctie ten onrechte opgelegd. Het medisch oordeel van de bedrijfsarts, die op regelmatige basis en intensief contact met appellante heeft gehad en daarbij ook kenbaar de uitgebreide informatie van de behandelaars heeft betrokken, is plausibel te achten. Het bestreden besluit dat van een wezenlijk andere inschatting uitgaat, mist voldoende onderbouwing. Daarmee valt de loondoorbetalingsverplichting van appellante na de verplichte loondoorbetalingsverplichting weg en rust op het Uwv de verplichting om alsnog te beslissen over het recht op WIA-uitkering van werkneemster.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Benadelingshandeling ZW
- Centrale Raad van Beroep 23 februari 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:392)
-
Loonsanctie Uwv
- Centrale Raad van Beroep 9 december 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:4450)
- Centrale Raad van Beroep 10 oktober 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BY0602)
- Centrale Raad van Beroep 12 januari 2011 (ECLI:NL:CRVB:2011:BP0859)
Aanmelden | Centrale Raad van Beroep 17 maart 2021
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan