Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:93 Centrale Raad van Beroep 18 januari 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:93

Datum: 18-01-2021

Onderwerp: Voorwaarden

Overige onderwerpen: Aanvraag

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern

Afwijzing aanvraag. Voertuig op naam. Vermogen. Bewijslast. Onderzoeksplicht. Het college heeft in het kader van de beoordeling van de bijstandsaanvraag van appellant het aankoopbewijs van de Mercedes opgevraagd als bewijs voor de stelling van appellant dat de Mercedes van X is, hoewel die op naam van appellant staat geregistreerd. Met het overleggen van de aankoopfactuur heeft appellant het door het college gevraagde bewijs verstrekt. Als het college meende dat de aankoopfactuur daartoe op zichzelf niet toereikend was, had het, gelet op zijn onderzoeksplicht, op zijn weg gelegen om nader onderzoek te doen om de inlichting van appellant dat hij niet de beschikkingsmacht had over de Mercedes te controleren. Het college heeft een zodanig onderzoek niet verricht. Onder deze omstandigheden moet het er voor worden gehouden dat appellant in dit geval met de aankoopfactuur aannemelijk heeft gemaakt dat de Mercedes in de te beoordelen periode geen bestanddeel vormde van het vermogen waarover hij in die periode beschikte of redelijkerwijs kon beschikken. Het enkele feit dat appellant de wegenbelasting en de premie van de verzekering voor de Mercedes heeft voldaan is noch op zichzelf, noch in samenhang met het gegeven dat wat appellant en X schriftelijk hadden verklaard over de reden om de Mercedes op naam van appellant te registreren niet geheel overeenstemde met wat zij daarover ter zitting van de rechtbank hadden verklaard, voldoende om ervan uit te gaan dat de Mercedes in de te beoordelen periode tot vermogen van appellant moet worden gerekend.

Ga naar uitspraak