Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen: verlenging loon tijdens ziekte met 52 weken. Op basis van dievrse medische stukken had het voor voor betrokkene (werkgeefster) genoegzaam duidelijk kunnen zijn dat inspanningen in het kader van werkhervatting in het tweede spoor hadden dienen te worden verricht, nu daaruit niet kan worden afgeleid dat bij werkneemster geen sprake was van geen duurzaam benutbare mogelijkheden. De Raad onderschrijft het standpunt van het Uwv dat betrokkene voor haar tekortkomingen geen deugdelijke grond had en dat voldoende is komen vast te staan dat de werkneemster over benutbare mogelijkheden tot werken bij een andere werkgever beschikte. Verwijtbaarheid? De verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer impliceert verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde diensten door ingeschakelde deskundigen, zoals de arbodienst. De grief van werkgeefster dat zij redelijkerwijs mocht vertrouwen op het oordeel van haar eigen deskundige, kan dan ook niet slagen. Werkgeefster heeft zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en het besluit tot oplegging van de loonsanctie kan mitsdien in rechte stand houden.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Centrale Raad van Beroep 27 juni 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:1888) Aansprakelijkheid werkgever
- Centrale Raad van Beroep 10 december 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:4127 ) Aansprakelijkheid werkgever
- Centrale Raad van Beroep 22 december 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BO9042 ) Aansprakelijkheid werkgever
-
- Centrale Raad van Beroep 25 maart 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:926) Jurisprudentie CRvB: Loonsanctie
- Centrale Raad van Beroep 21 mei 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:1766 ) Aansprakelijkheid werkgever
Aanmelden | Centrale Raad van Beroep 18 november 2009
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Burgerlijk procesrecht, Arbeidsrecht