Parket bij de Hoge Raad 30 september 2024 Rechtbank Amsterdam 10 juli 2024 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 juli 2024 Gerechtshof Amsterdam 2 juli 2024 Rechtbank Rotterdam 21 mei 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2020:765 Centrale Raad van Beroep 25 maart 2020

ECLI:NL:CRVB:2020:765

Datum: 25-03-2020

Onderwerp: Ontslagname

Overige onderwerpen: Verwijtbaar

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Er is geen grond om te oordelen dat ten tijde van het ontslagverzoek voortzetting van de dienstbetrekking bij de werkgever van appellant redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd. Evenmin is gebleken dat het niet nakomen van de verplichting om werkloosheid te voorkomen appellant niet in overwegende mate kan worden verweten. Appellant was op 10 november 2017 verwijtbaar werkloos. Met toepassing van artikel 27, eerste lid, van de WW komt de WW-uitkering van appellant per 10 november 2017 niet tot uitbetaling. Het ter zitting van de Raad door het Uwv ingenomen standpunt is dus juist. Vernietiging besluit. Beroep gegrond. In de zaak zal worden voorzien door te bepalen dat het recht op WW-uitkering per 10 november 2017 niet tot uitbetaling komt wegens verwijtbare werkloosheid.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

prof. mr. Gerrard Boot

raadsheer Gerechtshof Amsterdam hoogleraar arbeidsrecht Universiteit Leiden