Afgewezen aanvragen op grond van ontbreken verblijfsrecht en geen verblijfsrecht op grond van VWEU. In dit geval hoefde college niet met staatssecretaris in overleg te treden over verblijfsrecht. Na intrekking verblijfsrecht heeft appellante geen gewijzigde omstandigheden gesteld.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Personenkring
- Hof van Justitie EU 10 mei 2017 (ECLI:EU:C:2017:354)
-
Proces-verbaal
- Hoge Raad 14 februari 2014 (ECLI:NL:HR:2014:277)
-
Recht op collectieve voorzieningen
- Raad van State 16 januari 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BY8507)
- Raad van State 14 november 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BB7789)
-
Verblijfstatus Unieburger
- Centrale Raad van Beroep 7 maart 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:1147)
- Centrale Raad van Beroep 7 februari 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:542)
- Hof van Justitie 12 maart 2014 (C-456/12)
- Hof van Justitie 8 maart 2011 (C-34/09)
- Hoge Raad 13 april 2004 (ECLI:NL:HR:2014:277)
-
De Zambranoburger
- Raad van State 9 augustus 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:725)
-
Bevoegdheidsverdeling
- Centrale Raad van Beroep 17 december 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BY5173)