Het Uwv heeft ten onrechte het tijdvak waarin appellante als werkgeefster het loon van werkneemster tijdens ziekte moet doorbetalen met 52 weken verlengd. Het Uwv heeft niet deugdelijk gemotiveerd dat appellante onvoldoende inspanningen heeft verricht om te komen tot re-integratie van werkneemster. Appellante en werkneemster hebben veel activiteiten ontplooid om te bevorderen dat werkneemster in het tweede spoor een functie kan vinden op de arbeidsmarkt.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Jurisprudentie CRvB: Loonsanctie
- Centrale Raad van Beroep 25 maart 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:926)
-
Aansprakelijkheid werkgever
- Centrale Raad van Beroep 10 december 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:4127 )
- Centrale Raad van Beroep 21 mei 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:1766 )
- Centrale Raad van Beroep 22 december 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BO9042 )
- Centrale Raad van Beroep 18 november 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009:BK3713)
Aanmelden | Centrale Raad van Beroep 27 juni 2018
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Burgerlijk procesrecht, Arbeidsrecht