Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Rechtbank Limburg 14 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 6 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2019:3492 Centrale Raad van Beroep 30 oktober 2019

ECLI:NL:CRVB:2019:3492

Datum: 30-10-2019

Onderwerp: Art 19aa ZW-4

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Extern

Wat betreft het standpunt van appellante dat de ZW-uitkering na de EZWb niet meer had mogen worden stopgezet, worden de overwegingen uit de aangevallen uitspraak onderschreven. Zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, is het Uwv te allen tijde bevoegd een herbeoordeling uit te voeren. Anders dan appellante heeft betoogd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapport van 1 december 2016 inzichtelijk gemotiveerd dat en waarom de in beroep overgelegde medische informatie geen aanleiding geeft verdergaande beperkingen aan te nemen. Uitgaande van de FML zijn de in bezwaar overgebleven functies in medisch opzicht geschikt voor appellante. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellante de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld.

Ga naar uitspraak