Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Rechtbank Limburg 14 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 6 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2012:BW1977 Centrale Raad van Beroep 4 april 2012

ECLI:NL:CRVB:2012:BW1977

Datum: 04-04-2012

Onderwerp: Jurisprudentie overzicht

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl


ZW-uitkering blijvend geheel geweigerd omdat het dienstverband van appellant tijdens zijn ziekte is beëindigd en hij, zo hij daarmee niet akkoord zou zijn gegaan, nog loon van de werkgever zou hebben ontvangen. Benadelingshandeling? Er doet zich hier niet de uitzondering met betrekking tot het eindigen van de werkzaamheden in een onderdeel van een onderneming als bedoeld in artikel 7:670b, tweede lid, van het BW voor. Terecht heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij (de toelichting op) artikel 7:662 van het BW. Uit de instemming van de vakbonden met het Sociaal Plan kan - zoals ook het Uwv heeft erkend - worden afgeleid, dat de noodzaak tot het verminderen van arbeidsplaatsen niet in geding is, terwijl het Uwv evenmin heeft betwist dat het ontslag van appellant is gegeven met een correcte toepassing van het afspiegelingsbeginsel. In een dergelijke situatie, waarbij tevens de facto een opzegtermijn conform artikel 7:672 BW in acht is genomen en de door de werkgever verstrekte vergoeding niet minder is dan die berekend volgens de kantonrechtersformule, valt niet in te zien dat de kantonrechter tot het oordeel zou komen dat het verzoek van de werkgever verband zou houden met, dat wil zeggen gericht zou zijn op het ontlopen van, het opzegverbod tijdens ziekte. De kans dat de rechter in verband hiermee het ontbindingsverzoek zou afwijzen moet als verwaarloosbaar klein worden aangemerkt. In een dergelijke situatie kan niet met recht gesproken worden van een benadelingshandeling als in het bestreden besluit bedoeld.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Ben van Meurs

advocaat KampsVanBaar Advocaten