Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2020:184 Centrale Raad van Beroep 5 februari 2020

ECLI:NL:CRVB:2020:184

Datum: 05-02-2020

Onderwerp: Art 19 verblijf buitenland

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Het Uwv heeft terecht de WW-uitkering van betrokkene ingetrokken vanwege de omstandigheid dat betrokkene buiten Nederland heeft verbleven anders dan wegens vakantie, terwijl betrokkene dit niet aan het Uwv heeft gemeld. Het feit dat betrokkene op de vertreklijst staat voor terugkeer naar Polen vormt een indicatie dat betrokkene ook daadwerkelijk naar Polen is vertrokken. In samenhang bezien met de onduidelijkheid over de daadwerkelijke verblijfsplaats van betrokkene na afloop van het dienstverband met het uitzendbureau heeft het Uwv aannemelijk gemaakt dat betrokkene naar Polen is vertrokken. Betrokkene is er niet in geslaagd om met tegenbewijs, berustend op objectieve en verifieerbare gegevens, aannemelijk te maken dat het standpunt van het Uwv onjuist is. Dit betekent dat de WW-uitkering onverschuldigd is betaald en het Uwv gehouden is de onverschuldigd betaalde WW-uitkering van betrokkene terug te vorderen.

Ga naar uitspraak