Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:1041 Centrale Raad van Beroep 6 mei 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:1041

Datum: 06-05-2021

Onderwerp: Afstemming

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern

In deze zaak is niet in geschil dat het Uwv aansprakelijk is voor de schade die verzoekster als werkgeefster als gevolg van het – naar nu vaststaat: onrechtmatige – besluit van 12 januari 2017 heeft geleden, omdat zij op grond van dat besluit gedurende de periode van de loonsanctie, onder voortzetting van de arbeidsovereenkomst met werkneemster, haar betalingsverplichtingen jegens haar heeft moeten voortzetten. Verzoekster heeft verzocht om een schadevergoeding van € 22.274,06, te vermeerderen met de wettelijke rente. Het Uwv heeft noch deze schadevergoeding, noch de verschuldigdheid van de wettelijke rente over dit bedrag, betwist. Er is aanleiding het Uwv te veroordelen in de proceskosten van verzoekster in deze schadeprocedure.

Ga naar uitspraak