ECLI:NL:CRVB:2010:BO8178
Datum: 08-12-2010
Onderwerp: Benadelingshandeling ZW
Overige onderwerpen: Jurisprudentie overzicht
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Weigering WW-uitkering toe te kennen. Terecht is geoordeeld dat appellante een benadelingshandeling heeft gepleegd door zonder deugdelijke grond in te stemmen met de beëindiging van haar dienstbetrekking. Appellante heeft blijkens de stukken op 15 juli 2008, dus voordat de loonsanctie was opgelegd, de werkgever schriftelijk uitgenodigd om een voorstel te doen om te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Uit een telefoonnotitie van 11 juni 2009 blijkt dat appellante en haar werkgever het hierover eind juli 2008 eens waren, zij het dat over de voorwaarden nog verder moest worden onderhandeld. De kort daarna opgelegde loonsanctie, die de werkgever ertoe verplichtte om appellante in overeenstemming met haar wens en de adviezen van de bedrijfsarts en het re-integratiebureau elders dan op haar oude werkplek in de [adres] te re-integreren, deed echter een nieuwe situatie ontstaan. Hoewel de Raad begrip heeft voor de onaangename en belastende positie waarin appellante zich als gevolg van de opstelling van haar werkgever tot 14 augustus 2008 bevond, is hij van oordeel dat appellante niet op het moment waarop haar re-integratie op de in het loonsanctiebesluit aangegeven wijze zou moeten gaan plaatsvinden, had mogen verzoeken om de beëindiging van haar dienstbetrekking.