De ACM heeft aan appellanten boetes opgelegd wegens overtreding van het in artikel 6 Mededingingswet neergelegde kartelverbod. De boetes zijn later vernietigd. De aan de boetes ten grondslag gelegde gedragingen gaven de bank voldoende grond de kredietrelatie met appellanten te (willen) beëindigen. De handelwijze van de bank en de maatregelen die de bank heeft genomen nadat de ACM de betreffende boetes had opgelegd zijn in de omstandigheden van dit geval proportioneel, niet in strijd met de bancaire zorgplicht en ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.”
Spreker(s)
Aanmelden | Gerechtshof Amsterdam 12 oktober 2021
Rechtsgebiedenregister: Economisch ordeningsrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan