Klacht tegen een notaris. Klager verwijt de notaris – samengevat – dat hij in de gegeven omstandigheden onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van tante bij de totstandkoming van de wijziging van haar testament op 9 juni 2016, dat op een cruciaal punt afwijkt van haar twee eerdere testamenten. Volgens klager had de notaris het Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid van de KNB moeten hanteren en had hij op zijn minst een huisartsverklaring moeten opvragen.
De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van berisping opgelegd. Het hof is van oordeel dat de notaris onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij het beoordelen van de wilsbekwaamheid van tante bij het bespreken en verlijden van het testament op 9 juni 2016. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Bespreken en passeren (levens)testament
- Gerechtshof Amsterdam 28 mei 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1777)
- Gerechtshof Amsterdam 16 april 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1383)