In het dictum van het tussenvonnis heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat de onderneming van appellante in ieder geval vanaf 1 januari 2007 valt onder de verplichtstelling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid, de cao BTER en de cao bouwnijverheid (thans: bouw en infra). In zoverre is het tussenvonnis een einduitspraak waartegen appellante niet binnen de appeltermijn, dus niet tijdig, hoger beroep heeft ingesteld. Voor zover de grieven van appellante gericht zijn tegen deze einduitspraak, wordt zij niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:1052) Appel tegen tussenbeslissing
- Gerechtshof Amsterdam 12 mei 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:1343) Appel tegen tussenbeslissing
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 mei 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:4179) Appel tegen tussenbeslissing
-
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 juli 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:5494) Appel tegen tussenbeslissing
- Hoge Raad 20 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019:2026) Verbod van reformatio in peius
- Hoge Raad 24 november 2017 (ECLI:NL:HR:2017:3018) Tussentijds hoger beroep
Aanmelden | Gerechtshof Amsterdam 23 juli 2019
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Arbeidsrecht