Samenwonen met een ander als waren zijn gehuwd. Art. 1:160 BW. Voor het hof staat vast dat tussen de vrouw en haar nieuwe partner sprake is van een affectieve relatie van duurzame aard en van samenwoning. Daarnaast acht het hof voorshands bewezen dat zij elkaar wederzijds verzorgen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Met betrekking tot deze beide laatste punten zal hof de vrouw toelaten tot het leveren van tegenbewijs.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Samenwonen
- Hoge Raad 4 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1496)
- Hoge Raad 21 juni 2019 (ECLI:NL:PHR:2019:675)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 april 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:3586)
- Hoge Raad 5 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:509)
- Hoge Raad 8 februari 2019 (ECLI:NL:PHR:2019:114 )
- Untitled Jurisprudentie (ECLI:NL:HR:2001:ZC36031)