Afwijzing vordering. Het voorhanden hebben van kinderporno levert op zichzelf, hoe onwenselijk dergelijke gedragingen ook zijn, geen handelen op dat gericht is tegen of gevaar oplevert voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Derhalve is de duur van de aan de terbeschikkinggestelde opgelegde maatregel beperkt tot vier jaar. Het ligt niet op de weg van de rechter, maar op die van de wetgever om desgewenst het in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht neergelegde criterium voor een niet-gemaximeerde terbeschikkingstelling te verruimen.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Rechtbank Noord-Nederland 9 oktober 2018 (ECLI:NL:RBNNE:2018:3921) Bezit kinderporno
- Hoge Raad 28 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:524) Bezit kinderporno
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 27 maart 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:2865) Bezit kinderporno
-
- Rechtbank Gelderland 20 maart 2018 (ECLI:NL:RBGEL:2018:1268) Bezit kinderporno
- Rechtbank Den Haag 24 februari 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:1965) Bezit kinderporno
- Gerechtshof Arnhem 12 december 2011 (ECLI:NL:GHARN:2011:BV0671) Bezit kinderporno
Aanmelden | Gerechtshof Arnhem 7 mei 2012
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht