Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 9 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 7 februari 2024 Rechtbank Amsterdam 6 februari 2024 Rechtbank Rotterdam 5 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:GHARL:2021:2728 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 maart 2021

ECLI:NL:GHARL:2021:2728

Datum: 23-03-2021

Onderwerp: Voortzetting na overlijden

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht

Vindplaats: Extern

Voortzetting huurovereenkomst ex artikel 7:268 BW na overlijden huurder? Een dochter met haar man en kinderen hebben ruim 20 jaar naast hun ouders gewoond met ieder een eigen huishouden. De dochter en haar man waren de eigenaren van beide woningen. De ouders huurden in die tijd de woning van de dochter en haar man. Na een betalingsachterstand worden beide aangrenzende woningen verkocht en wordt de koper de opvolgend verhuurder van de ouders. De dochter met haar gezin vertrekken naar een huurwoning elders. Na enige jaren overlijdt de moeder en gaan de dochter met haar gezin bij hun dan 87 jarige vader in het door hem gehuurde huis wonen. Na het overlijden van de vader beroepen de dochter en haar man zich op een duurzame gemeenschappelijke huishouding en vorderen zij voortzetting van de huurovereenkomst. De eis dat bijzondere omstandigheden nodig zijn waaruit blijkt dat een samenleven van een meerderjarig kind en ouder kan worden aangemerkt als een blijvende samenwoning met een gemeenschappelijke huishouding ex artikel 7:268 lid 2 BW geldt ook voor het geval een meerderjarig kind met partner en kinderen in de woning van de ouder terugkeert. De beoogde duurzaamheid is niet aannemelijk geworden. Voor de gemeenschappelijke huishouding geldt een verzwaarde stelplicht. Aan die verzwaarde stelplicht is niet voldaan. Vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd.

Ga naar uitspraak