Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Gelderland 1 maart 2024 Rechtbank Limburg 22 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 22 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 21 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:GHARL:2019:5624 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 juli 2019

ECLI:NL:GHARL:2019:5624

Datum: 09-07-2019

Uitspraak naam: Acantus

Onderwerp: Warmtewet

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Toepassing van de Warmtewet binnen het huurrecht. Huur van appartement met warmte-koudeopslag installatie (WKO). De WKO is geen eigendom van de verhuurder, maar (door opstalrecht) van de leverancier van de energie. Huurder heeft geen contract met de energieleverancier. Huurder weigert het vast recht voor de WKO te betalen dat de verhuurder bij hem in rekening brengt. In eerste aanleg is de verhuurder in het gelijk gesteld op de grondslag van ongerechtvaardigde verrijking. In hoger beroep oordeelt het hof dat de WKO een onroerende aanhorigheid is. In het systeem van de huurrechtelijke bepalingen in het BW mogen de kosten voor onroerende aanhorigheden niet (apart) als servicekosten in rekening worden gebracht. Dat betekent dat de kosten voor het in stand houden van de WKO in beginsel in de kale huurprijs zitten. Het hof heeft vervolgens onderzocht of dit anders is sinds de inwerkingtreding van de Warmtewet op 1 januari 2014, maar komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. Dat betekent dat de kosten voor het in stand houden van de WKO (kapitaal- en onderhoudslasten) geacht moeten worden in de kale huurprijs te zijn inbegrepen. De verhuurder is bij tussenarrest in de gelegenheid gesteld om te onderbouwen of in het vast recht dat zij bij de huurder in rekening brengt nog andere kosten zijn verwerkt dan kapitaal- en onderhoudslasten. Die andere kosten kunnen mogelijk wel bij de huurder onder de noemer van servicekosten (apart) in rekening worden gebracht.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)